Planten groeien door middel van fotosynthese:
Maar wat is fotosynthese?
Groene planten hebben een heel bijzondere eigenschap. Ze kunnen hun eigen voedsel maken, iets dat geen enkel ander levend wezen een plant kan nadoen. Daarvoor gebruiken ze water en koolstofdioxide, water halen ze met hun wortels uit de bodem en koolstofdioxide kunnen ze via heel kleine gaatjes in de bladeren (huidmondjes), uit de lucht halen. Met water en koolstofdioxide kan een plant voedsel (suiker) maken. Dit gebeurt in de groene delen van de plant: in de bladgroenkorrels of chlorofyl. Om die suikers te kunnen maken, hebben planten heel wat energie nodig, en die krijgen ze van het zonlicht.
Het proces waarbij planten hun eigen voedsel maken heet fotosynthese.
Planten die geen bladgroen hebben, kunnen dit niet. Zij moeten dus op een andere manier aan hun voedsel komen. Bijvoorbeeld door hun voedsel bij andere planten weg te halen. Dergelijke planten noemt men parasieten. Zwammen hebben ook geen bladgroen. Zij halen hun voedsel uit dierlijk en plantaardig afval dat zij in de bodem vinden.